“Je suis Charlie!”, dat was de tekst die massaal werd geroepen als steunbetuiging voor de vrijheid van meningsuiting en aan de slachtoffers van de terreuraanslag in Parijs op het satirische weekblad Charlie Hebdo, waarbij begin van dit jaar tien journalisten en twee politieagenten door jihadisten werden vermoord.
De eerste vrouwelijke burgemeester van Parijs Anne Hidalgo riep op tot een stille tocht op 8 januari 2015 door Parijs. Het werd de grootste manifestatie, die ooit in Frankrijk is gehouden.
Liefst 3,7 miljoen mensen namen er aan deel, waaronder vele hoogwaardigheidsbekleders zoals de Franse president François Hollande, de Duitse bondskanselier Angela Merkel, de Britse premier David Cameron, de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, de Palestijnse president Mahmoud Abbas, de Nederlandse Minister-president Mark Rutte en vele anderen..
Maar, br., al op de eerste dag vertoonde de eensgezindheid al barstjes. In de eerste plaats door het vele boter dat door sommige hoogwaardigheidsbekleders op hun hoofden werd gedragen. Want hoe stond het nu echt met die vrijheid van meningsuiting in hun eigen land? Daar kon je heel terecht kritische vragen over stellen.
Maar een barst van een geheel andere orde was de vraag “Mag je eigenlijk wel iemand om zijn of haar geloof tot op het bot kwetsen of vernederen?” Ook die vraag werd al heel snel in ons eigen land gesteld. Onze Minister-President ging daarin heel ver. Kort daarop zei hij op de Dam in Amsterdam: “Bij vrijheid hoort verantwoordelijkheid, maar nooit zelfcensuur. Halve vrijheid bestaat simpelweg niet” . Hij vind dat alles mag zolang het maar niet in strijd is met de grondwet. Andere belangrijke politici denken daar anders over. Ik kom daar later in mijn verhaal op terug.
Maar eerst een persoonlijke belevenis, natuurlijk niet te vergelijken met het bovenstaande, maar een uitlating waardoor ik mij behoorlijk gekwetst voelde. Ik ben niet de enige, journaliste en columniste Marjoleine Vos, wijdde onlangs aan dezelfde belediging in NRC Handelsblad er een artikel aan.
Het gaat om het volgende. Maarten van Rossem was zich in Drenthe doodgeschrokken van wat hij had gezien. In het televisieprogramma “De slimste mens “ zei hij letterlijk: “Kromgebogen boeren met puistige gezichten en manke ezels. Het lijkt alsof je Siberië bent binnengereden”. Niet grappig of satirisch bedoeld. Het erge was, dat niemand hem corrigeerde. Programmaleider Philip Freriks lachte schaapachtig, terwijl hij toch van Drentse komaf is.
Schrijfster Yvonne Kroonenberg zegt in een interview over Drenten. “Daar wonen alleen maar van die simpele mensen met van die klassiek Drentse koppen, maar met uitdrukkingloze ogen. “ Een andere opmerking van haar met het dedain van de westerling: “Als taal niet je eerste vervoermiddel is om je te uiten, omdat het je gewoonweg niet is gegeven om een zinnetje te zeggen, dan beweeg je je op een heel andere manier door de wereld dan wij”.
Als Drent van geboorte blijven die zinnen lang hangen. Je vraagt je af met wat voor bedoeling zijn die zinnen gezegd. Ze hebben geen humor en ook maar enige satire ontbreekt. In een andere uitzending van “De slimste mens” werd ook weer met het dedain van de westerling door Maarten van Rossum over Limburg gesproken. Daar werd gezegd: “Men had Limburg aan België moeten geven, dat zou het IQ van beide landen ten goede zijn gekomen!”.
Maar deze zinnen stellen niets voor in vergelijking met beledigingen die Joden en Moslims worden aangedaan.
En Maarten van Rossum? Als iemand zou zeggen dat hij een zelfingenomen ijdeltuit is dan zal ik dat niet ontkennen.
Ik ga verder met mijn verhaal over vrijheid van meningsuiting.
Ik begin met wat onze grondwet zegt. In Nederland kent men vrijheid van meningsuiting mits je niet aanzet tot geweld of tot haatzaaiing. Volgens onze grondwet mag je beledigen en kwetsen. De vermoorde Theo van Gogh was daar een meester in. Het kostte hem zijn leven.
Ik kom terug op de vraag mag je iemand om zijn of haar geloof tot op het bot kwetsen of vernederen.
Ik begin met de JA-antwoorden en daarna op de NEEN-antwoorden.
Vrijheid van meningsuiting is essentieel, zeggen de voorstanders. Jurist Paul Cliteur zegt bijvoorbeeld “Als journalisten bepaalde onderwerpen gaan mijden, dan winnen de terroristen.”
“Vrijheid van meningsuiting moet onbeperkt zijn” is de mening van Mark Rutte, onze premier. “Met de Islam mag je best spotten, gelovigen hebben niet meer het recht op bescherming tegen belediging dan anderen”, zegt bijvoorbeeld een vooraanstaande Engelse courant. Mensen doden in naam van de Islam is vele malen erger, aldus deze krant.
“Beledigingen zijn onvermijdelijk”, zegt Rob Wijnberg in de NRC. Wie bepaalt wat “onnodig grievend is“ zo vraagt hij zich af.
Tenslotte zijn er nog wat argumenten van praktische aard. Ayaan Hirsi, grote voorstander van volledige vrijheid van meningsuiting zegt bijvoorbeeld dat toegeven nog meer geweld uitlokt. “Wat krijgen we daarvoor terug? Kalasjnikovs in het hart van Parijs. Hoe meer we tegemoet komen, hoe meer we ons zelfcensuur opleggen, hoe meer we ons verzoenend opstellen, des te brutaler wordt de vijand”, aldus Ayaan Hirsi.
Ik kom nu bij de NEEN-antwoorden, degenen, die vinden dat je niet iemand om zijn geloof tot op het bot mag kwetsen of vernederen.
Ik begin met Willy Brandt. Hij betuigde aan de Turkse gemeenschap in de periode, dat hij bondskanselier in Duitsland was, zijn oprechte spijt dat door de vrijheid van meningsuiting de religieuze gevoelens van anderen waren geschonden. “Wij houden hen onze beginselen over persvrijheid voor, maar mag van ons niet worden verwacht dat wij ons afvragen welk belang wij dienen door datgene uit te zenden wat door die mensen als heiligschennis wordt gezien,” zo vroeg hij zich af. Dat was nog maar 25 jaar geleden.
In 2008 zegt onze eigen Minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin “Doe alsjeblieft niet mee aan die valse beeldvorming die een wig drijft in onze samenleving”. Hij stelde voor om kwetsende uitingen te verbieden als “de belediging naar alle waarschijnlijkheid ernstige gevolgen zal hebben voor de openbare orde”.
De kwaliteitskrant NRC schrijft in hetzelfde jaar: “ Niet iedere burger heeft de wil of kunde om zich in het debat te verweren. “ In dezelfde krant kun je van een andere columnist ook lezen : “Ik veroordeel geweld, maar begrijp dat beledigde mensen in machteloze woede om de hen aangedane belediging naar geweld te grijpen. Want jij bent niet in staat je met woorden te verweren.”
“Wie kwetst vraagt om geweld” schrijft de Financial Times. “Frankrijk is het land van Voltaire, maar te vaak voert redactionele dwaasheid de boventoon”, aldus deze krant.
Charlie Hebdo vindt dat ze een slag winnen voor de vrijheid als ze moslims provoceren, maar eigenlijk zijn ze gewoon dom, vervolgt de krant.
Tenslotte niet beledigen is ook een keuze, gewoon uit oogpunt van beschaving. Ik weet dat tegenstanders zullen zeggen :Wat is beschaving? Onze beschaving behoeft nog niet die van een ander te zijn?”. Een intellectuele discussie, die vrijwel niets oplost.
Broederen u heeft heel wat meningen gehoord. Misschien duizelt het u. Maar wat vindt u, wat vind onze loge en wat vind ik?
Gelukkig wonen we in een land om zelf ons standpunt te bepalen en te uiten, mits niet in strijd met grondwet. Dus u bent volledig vrij om uw mening te bepalen. En ik denk dat alle meningen in deze tempel niet eensluidend zullen zijn. En wat vindt onze loge? Voor zover ik weet heeft onze loge zich niet in deze strijd gemengd en een opvatting naar buiten gebracht. Wel heb ik in een artikel in het boekwerkje “”Odd Fellows 2015”” kunnen lezen “dat met het verworven recht zorgvuldig moet worden omgegaan. Je kunt iemand nodeloos kwetsen en dat werkt onverdraagzaamheid in de hand.”
En ik, wat vind ik?
Voor mij is hetgeen in de grondwet wordt gezegd belangrijk. En toch zou ik niet in de tocht in Parijs zijn meegelopen. Ik vind n.l. het uit oogpunt van beschaving verwerpelijk iemand uit op grond van religie in de menselijke waardigheid te krenken. In de jaren voor de Tweede Wereld Oorlog ging het om de joden, nu om de moslims. En wellicht over enige tijd zijn Humanisten of Christenen aan de beurt. Mijn mening is ook gevormd door hetgeen waarmee onze OVM vaak een zitting afsluit., in het bijzonder het laatste onderdeel van de zin.
“Het is goed daarbij te bedenken, dat er maar één land is en dat is onze aarde, dat er maar één volk is en dat zijn alle mensen samen en dat er maar één taal is en dat is de taal der liefde”
Tiemen Stuiver, Heerenveen
Spreuken bij deze bouwsteen:
"Vrijheid bestaat hierin dat men anderen behandelt zoals men ook graag zelf behandeld wordt. Vrijheid betekent ook verantwoordelijkheid."
"Marcus Cicero (Romeins staatsman en schrijver 106 vC – 43 vC)."
"Niets is pijnlijker dan krenking van de menselijke waardigheid, niets vernederend dan slavernij. Menselijke waardigheid en vrijheid zijn ons van nature aangeboren. Laat ons die dan verdedigen."